‘We vragen ouders: wat hebben jullie nodig?’

  • 4 oktober 2018
  • Nieuwsbericht
  • Richtlijnen en protocollen
  • Kinderverpleegkunde
20181004 Sietske Verbree MKS Proeftuin

Werken volgens het Medisch Kindzorgsysteem (MKS). Het is de kernaanbeveling van de kwaliteitsstandaard voor het zieke kind en gezin die kinderverpleegkundige zorg nodig hebben in de eigen omgeving. Maar wat houdt het precies in? Het Martini Ziekenhuis in Groningen is vorig jaar gestart met een MKS-proeftuin. Sietske Verbree is zorgcoördinator op de kinderafdeling en vertelt hoe werken met dit systeem er in de praktijk uitziet.

Het MKS is een stappenplan voor professionals, ouders en verzorgers die betrokken zijn bij de zorg van (ernstig) zieke kinderen tot achttien jaar. Het doel van de proeftuin: optimale zorg organiseren buiten het ziekenhuis. De proeftuin begon met een zogenoemde startfoto. Sietske: “We hebben gekeken naar waar ouders en waar wij in de praktijk tegenaan liepen. Er kwam naar voren dat ouders niet voldoende werden betrokken bij de overdracht van de zorg. Zij kregen vaak niet de regie. Zelf liep ik er tegenaan dat ik het contact met gezinnen verloor zodra kinderen naar huis gingen. Ik vroeg zorg voor ze aan bij thuiszorgorganisaties, maar kreeg nooit terug of de zorg op maat werd geleverd en hoe dat beviel.”

Behoefte in kaart brengen

Tijdens de eerste twee fasen van het MKS worden een verwijsboom en een hulpbehoeftescan ingezet. De verwijsboom helpt zorgprofessionals beslissen door wie en waar de zorg buiten het ziekenhuis uitgevoerd kan worden. De hulpbehoeftescan is een lijst met vragen die betrekking hebben op alle vier de leefdomeinen van een kind: medisch/verpleegkundig, ontwikkeling, sociaal en veiligheid.

“We proberen binnen de bestaande systemen van het ziekenhuis zoveel mogelijk volgens deze systematiek te werken. Zo vul ik samen met ouders de hulpbehoeftescan in. Is het ziektebeeld duidelijk? Weten ze waar ze op moeten letten? Ook kijken we hoe een kind zich ontwikkelt. Kunnen de normale dagelijkse activiteiten van een kind, zoals naar school gaan, doorgaan? Als het gaat om de sociale situatie kijken we niet alleen naar het zieke kind, maar ook naar de ouders en eventuele broertjes en zusjes. Hoe gaan ouders straks weer aan het werk, met een ziek kind thuis? Krijgen broertjes en zusjes voldoende aandacht?"

"Tot slot bespreken we de veiligheid van het kind. Dit moet breed worden opgevat. Zo heb ik een keer meegemaakt dat een kind met zuurstof naar huis moest, maar het gezin woonde op een woonwagenterrein met alleen maar gaskachels. De opa en oma van het kind woonden wel in een huis met centrale verwarming. Zij hebben toen tijdelijk van huis gewisseld. Maar het gaat ook om de veiligheid van hulpmiddelen en de bekwaamheid van ouders om medische handelingen uit te voeren,” vertelt Sietske.

Warme overdracht

Er wordt dus gekeken naar het complete plaatje. Sietske: “Dat is veel werk en het kost tijd, maar het dient wel het doel: in kaart brengen wat een gezin nodig heeft. Ouders vinden het plezierig dat je je zorgvuldig in hun situatie verdiept en de thuiszorg krijgt een complete overdracht. Samen met de thuiszorgorganisatie kijk ik vervolgens: kunnen jullie de gevraagde zorg bieden? Soms is het antwoord ‘nee’ en moet er een andere organisatie worden gezocht. We proberen te zorgen voor een warme overdracht door de thuiszorgorganisatie langs te laten komen in het ziekenhuis. Ze maken dan kennis met de verpleegkundigen en de ouders.”

In de huidige situatie wordt het zorgplan vervolgens opgesteld door de thuiszorgorganisatie en de ouders, op basis van de hulpbehoeftescan en de door het ziekenhuis aangeleverde informatie. De kinderarts moet dit plan goedkeuren. “We hopen straks met het MKS online programma, dat nu ontwikkeld wordt, een systeem te hebben waarin ziekenhuis, ouders, kind en zorgorganisaties samen aan een overkoepelend zorgplan kunnen werken, fase drie van het MKS. Nu komt daar nog veel extra administratief werk bij kijken,” aldus Sietske.

Laatste fase

Het MKS adviseert om gezinnen een zorgcoach aan te bieden die kan meedenken over de zorg. Sietske: “Iemand die zicht heeft op wat er in het ziekenhuis heeft afgespeeld en wat thuis gebeurt. Daarnaast moeten verpleegkundigen denk ik al bij de opname in het ziekenhuis rekening houden met dat het kind straks weer naar huis moet. Wat is daarvoor nodig? Daar zijn we steeds meer mee bezig.” In de laatste fase van het MKS wordt de zorg afgerond. Een beslisboom helpt om het vervolgtraject te bepalen, bijvoorbeeld als er geen medische zorg meer nodig is of als het kind achttien jaar wordt.

Dit nieuwsartikel is per december 2019 overgeplaatst van de oude website van V&VN naar de vernieuwde website. Eerder geplaatste reacties komen hiermee te vervallen. Wil je reageren op dit artikel? Praat verder op social media.

Word lid en praat mee!

Samen met 105.000 leden maken we ons als beroepsvereniging sterk voor professionalisering van de beroepen verpleegkundige, verzorgende en verpleegkundig specialist. Leden horen, zien en helpen; dat is waar we als V&VN voor staan. Wil jij invloed hebben op hoe jouw beroep zich ontwikkelt? Word lid van V&VN.

Ontwerp Zonder Titel (15)