Grensoverschrijdend gedrag in de zorg: 'Voordat ik het wist had ik een klap te pakken'

  • 16 augustus 2022
  • V&VN magazine
  • V&VN Algemeen
V&VN Magazine 2-2022
Illustratie © Annemarie Gorissen

Schelden, bedreigen, slaan, seksueel getinte opmerkingen of aanrandingen. Veel zorgprofessionals krijgen te maken met grensoverschrijdend gedrag. Hoe ga je daarmee om? Frank, Anne en Wijnand delen hun ervaringen in V&VN Magazine en vertellen wat ze ervan geleerd hebben.

De klap had Frank (57), verpleeg­kundige bij een forensisch psychiatrische instelling, niet zien aankomen. Hij stond heel even alleen op de groep en met zijn rug naar een patiënt toe die ineens uithaalde. Hij verloor zijn evenwicht, maar wist nog snel de ruimte uit te lopen. Daarna zat hij zes weken thuis met een hersenschudding. “Ik baalde dat dit mij was overkomen. Dat ik de signalen van de spanningsopbouw van deze patiënt niet had gezien. Agressie, geweld, slaan; het is niet goed te praten. Maar als professional snap ik waar zijn woede vandaan kwam. Dat helpt wel met het verwerken. Het was ook een leermoment voor mij: wat heb ik gemist?”

Niet alleen Frank, veel zorgprofessional komen in aanraking met grensoverschrijdend gedrag. Uit het rapport ‘Agressie en ongewenst gedrag op de werkvloer’ van het ministerie van Volks­gezondheid, Welzijn en Sport blijkt dat twee derde van de zorgmedewerkers in 2020 te maken heeft gehad met verbale agressie, 38 procent met fysieke agressie, 22 procent met seksuele intimidatie en 20 procent met bedreiging. De Inspectie Gezondheidszorg en Jeugd krijgt jaarlijks 140 meldingen over seksueel grens­overschrijdend gedrag tegen zorgprofessionals. Een veilige werkplek is ontzettend belangrijk, maar hoe kun je zorgprofessionals voorbereiden op grensoverschrijdend gedrag? “Begin erover op de opleiding”, zegt Anne (21), verpleegkundige. “Dat het gebeurt én wat je kunt doen om je grenzen aan te geven.”

‘Ik was onduidelijk’

Tijdens haar afstudeerstage in de wijkverpleging werd ze aangerand door een van haar cliënten. “Ik werkte in een gespecialiseerd thuiszorgteam voor psychische gezondheid. Een mannelijke cliënt die een hersenbloeding had gehad, maakte steeds vaker opmerkingen als: ‘Ik verheug me als je komt.’ En als ik hem waste, zei hij dat hij dat lekker vond. Ik vond dat niet prettig, maar zei er niks van. Ik wilde voorkomen dat er een ruziesfeer zou ontstaan. Als hij een grap maakte die grensoverschrijdend was, maakte ik er ook maar een grapje van. Nu weet ik dat dat onduidelijk is, ik had meteen mijn grenzen aan moeten geven.”

Tijdens een avonddienst stond ze samen met de patiënt in de keuken en pakte hij haar borsten vast. “Ik schrok, natuurlijk, en zei meteen dat ik daar niet van gediend was. Hij begon te schreeuwen en zei dat hij een klacht zou indienen als ik hem niet zou helpen. Hij dreigde ook dat hij ervoor zou zorgen dat ik nergens meer aan de bak zou komen. Achteraf gezien ben ik te lang bij hem binnen gebleven. Maar ik liep stage en wilde ook niet de wijsneus uithangen, ondanks dat ik voelde dat het niet goed was. Ik ben professioneel gebleven en heb uiteindelijk gezegd dat ik het zorgmoment zou verbreken en ben weggegaan.”

Ik schrok, natuurlijk, en zei meteen dat ik daar niet van gediend was.

Anne, verpleegkundige

Voor seksueel overschrijdend gedrag was geen aandacht op haar opleiding, dat dit soort dingen gebeurden wist Anne niet. “Ik dacht: ik ga de zorg in, ik ga mensen helpen, maar nu werd ik aangerand. Het is superbelangrijk dat studenten dit weten. En dat ze leren wat ze in dit soort situaties moeten doen. Ik vind ook dat een zorginstelling een verantwoordelijke rol heeft. Ik was negentien toen het gebeurde, ze hadden nooit zo’n jong meisje naar zo’n patiënt moeten sturen.”

Zorgprofessionals zijn getraind om bepaald gedrag van patiënten te herkennen en daarop in te spelen. Maar drank, drugs, of bijvoorbeeld een psychose kan dat gedrag beïnvloeden. Wijnand (42), ambulanceverpleegkundige, kreeg te maken met fysiek geweld. Vier jaar geleden moest hij een man met een psychose ophalen bij een arrestantencomplex en naar een psychiatrische instelling brengen. Dat soort ritjes doen ze wel vaker met de ambulance, er gaat dan iemand van de penitentiaire inrichting mee.

“De man werd tijdens het rijden steeds onrustiger in de ambulance. Er is dan niet veel wat je kunt doen, je hebt maar beperkt ruimte. Hij zag mij als een kindermoordenaar en begon tegen me te schreeuwen en schelden. Voordat ik het wist had ik een klap te pakken. De politie heeft uiteindelijk het ritje overgenomen. Ik ging naar het ziekenhuis voor een scan van mijn hoofd, daar zagen ze niks. Twee dagen later beoordeel­den ze de scan nog een keer en zagen ze dat alles scheef stond. Ze hebben met een soort vishaak de boel weer recht moeten trekken.”

‘We snappen de frustratie’

Naast fysiek en seksueel grensoverschrijdend gedrag, krijgen zorgprofessionals vooral veel te maken met verbale agressie en bedreigingen. Frank kreeg behalve die ene klap in de groeps­ruimte ook daarmee te maken. “Ik werk op een gesloten en beveiligde afdeling, mensen zitten hier tegen hun zin, zijn boos en gefrustreerd en ja, dat laten ze soms duidelijk merken. Verbaal krijgen we van alles naar ons hoofd geslingerd. In het team hebben we het erover.

We snappen de frustratie en dat mensen niet geleerd hebben om gepast te reageren of hun emoties te stroomlij­nen, maar we accepteren het niet. Soms kan ik de agressie tegen mij makkelijk van me af laten glijden, maar dat lukt niet altijd. Een patiënt kladde een keer met rode verf op de muur: Frank is een moordenaar. En daarbij verwensingen naar mijn vrouw. Dat was heel lastig, dat greep me echt aan. Het was ook het moment dat ik dacht: wil ik dit werk nog wel doen?”

Ze hebben met een soort vishaak de boel weer recht moeten trekken.

Wijnand, ambulanceverpleegkundige

Op hun werk werd er begripvol gereageerd. Collega’s en leidinggevenden boden een luisterend oor. Maar er waren ook dingen die anders hadden gekund. Wijnand zat vijf weken thuis en deed onder meer EMDR-­sessies om zijn gedachten en gevoelens weer op de juiste plek te krijgen. “Daar was ruimte voor, maar ik heb ook veel zelf moeten uitzoeken. Heb ik recht op een advocaat? Hoe doe je anoniem aangifte?” Frank en zijn collega’s hebben het vooral onderling over dit soort gebeurtenissen. “We kunnen gebruikmaken van de arboarts, per­soneelsbegeleider en een psycholoog, maar collega’s vangen voornamelijk elkaar op. We begrijpen elkaar goed, hebben soms aan een half woord genoeg.”

‘Ik heb een mooi vak’

Ze vinden alle drie dat er meer aandacht moet komen voor grensoverschrijdend gedrag in de zorg. Trainingen, cursussen; alles om zorg­professionals te helpen bij verschillende situaties. Wat doe je als het niet meer goed voelt? Hoe geef je je grenzen aan? Maar ook: is er een protocol en is dat up-­to-­date? En weet iedereen welke stappen er genomen moeten worden? De ervaringen van Anne, Wijnand en Frank hebben niet voor een negatief gevoel over hun werk gezorgd. Anne: “Ik ga nog steeds met plezier naar mijn werk, maar ik ben wel extra voorzichtig geworden. De patiënt in kwestie is uit de zorg gezet en uitgeschreven bij de zorgaanbieder waar ik werkte. Ook heeft hij een aantekening bij de politie. Voor mij is dat voldoende.”

Wijnand: “Agressie is geen schering en inslag op de ambulance. Van de honderd ritten gaan er negenennegentig goed. Door wat mij is overkomen ben ik wel voorzichtiger geworden. Als patiënten op een brancard liggen, doe ik bij hen met één hand de gordels om. Ik zorg altijd dat ik mijn andere hand vrij heb om op onverwachte bewegingen te reageren.”

Frank: “Het beeld van mijn werk, zeker als ik zeg dat het om tbs’ers gaat, is heel negatief. Mensen denken dat ik met criminelen werk die elkaar continu te lijf gaan. Maar we zijn getraind in vroeg signaleren. We zijn er heel snel bij om mensen rustig te krijgen en voorkomen daarmee escalaties. Ik heb een mooi vak, als ik zie dat bijna iedereen die hier is geweest goed terecht is gekomen, maakt me dat blij. Daar heb ik voor een deel aan mogen bijdragen.”

Om privacyredenen is de naam Wijnand gefingeerd.

Bron: V&VN Magazine 2-2022 | Tekst: Saskia Smith | Illustratie: Annemarie Gorissen

Word lid en praat mee!

Samen met 105.000 leden maken we ons als beroepsvereniging sterk voor professionalisering van de beroepen verpleegkundige, verzorgende en verpleegkundig specialist. Leden horen, zien en helpen; dat is waar we als V&VN voor staan. Wil jij invloed hebben op hoe jouw beroep zich ontwikkelt? Word lid van V&VN.

Ontwerp Zonder Titel (15)